Luxembourg, Arlon, sneeuw en meer ellende…

 

Mijn eerste “buitenlandse” rit.

Spannend, met mijn “eigen” vaste bus naar Luxemburg.

Brrr, koud op de fiets. 03:30 uur van huis. En dat op de vrijdag…

Ships, ik ben zo vroeg dat de kantine voor de broodnodige koffie nog niet eens geopend is.

Dan haal ik wel een bakkie onderweg bij de pomp.

Papieren op het dashboard, kaart van België (gelukkig staat Luxemburg daar ook op) naast me en mijn tas met eten en drinken op de grond en “en route”.

Op advies van ervaren collega’s bepaald welke route te nemen en welke grensposten te passeren.

Afijn, de grens van NL naar België was een peulenschil. Mijn Benelux-50 documenten werden voortvarend afgestempeld daar ik toch maar Transitoverkeer was, door naar het volgende land binnen de Benelux. Wist ik veel dat nog meer stempels benodigd waren van de douane van het land van bestemming…

 

Rijdend in de Ardennen begon ik me zorgen te maken, hier sneeuwt het echt wel serieus.

Wanneer ik een heuvel op rij naar boven lijkt de motor een beetje in te houden en niet het volle vermogen te geven.

Ik geef de kou en de steile beklimmingen de schuld.

De oudgedienden weten het, die verraderlijke pukkel, de provinciale weg naar Arlon vanuit de Ardennen. 2 x 2 baans met afslagen en kruisend verkeer.

 

In de dikke sneeuwvlokken bijna geen hand voor ogen meer te zien en voel ik de achterwielen slippen. Ik kom tot stilstand halverwege de heuvel na 20 meter achteruit gegleden te zijn.

Met kloppend hart een rondje gelopen, geen schade maar wel vast in een sneeuwduin met verderop een spiegelglad wegdek.

Ok, even rustig nu, even een peuk opsteken om te kalmeren. Wat wordt het plan van aanpak? Ik zie amper nog straatverlichting en jaagt de sneeuw me om de oren.

Ik merk ineens op geen enkele wagen in beide richtingen meer op de weg voorbij te zien komen.

Oeps. De motor laat ik aan, warmte lijkt me belangrijk. Ik schop de sneeuw weg bij de uitlaat. Die moet vrij blijven.

Ik begin te denken aan thuis, een warm bed en het comfortabele rijden in Nederland.

Dit hebben ze me nooit verteld…

 

TUUT TUUT… ik schrik ervan! Een tractor komt aanzeilen, met erachter een trekker oplegger combinatie aan kettingen. Ah, deze wordt de heuvel opgesleept!

De zonderlinge combi raast voorbij en is het ineens weer erg stil.

Maar daar is de tractor weer. Deze komt naar beneden en draait een U bocht voor me en zakt langzaam achteruit.

De deur gaat open en een stem roept me in het Frans lachend aan. Begrijp er geen bal van tot ik hoor “en ou” en 500 Francs. Ah!

Natuurlijk wil ik dat! De man heeft ongetwijfeld door met een groentje te maken te hebben en doet erg voorzichtig. Ketting vast aan mijn sleepoog en daar gaan we, verder naar boven.

Bovenaan bij de entree van Arlon stoppen we en ben ik weer vrij. Betaald en weer verder…

 

Luxembourg, je suis ici !

 

Hé, borden langs de besneeuwde weg met Coca Cola er op. Moest ik daar niet zijn?

Ja! Hier moet ik 2 vaten met schoonmaakmiddel afleveren om leidingen door te spoelen.

Bonjour!

De portier snapt wat ik kom doen en laat me door.

Bij het centraal magazijn los ik de 2 vaten en strooi vrolijk met paperassen in het rond.

Heb je deze nog niet? Scheur… et voila, ook een exemplaar voor jullie.

Zal wel zo horen…

 

Door naar de volgende klant. De magazijnmeester van de Coca Cola boer kent toevallig het volgende adres en legt me de weg uit. Hij gaat ze zelfs even bellen want hij kent daar iemand.

Prima, snel aangekomen bij adres 2.

De pallet met een speciaal soort papier ben ik snel kwijt en krijg zowaar een kop koffie.

Beste mensen hier denk ik nog, ik deel wederom vrolijk papieren uit en ga weer verder.

Onderweg naar een brouwerij in het centrum van Luxemburg-stad bedenk ik me ineens dat ik helemaal geen grensovergang met douane meer heb gezien…

Boeiend.

Zoals menigeen weet is een kaartje van Luxemburg-stad bijna niet te maken.

Door de ligging met zeer veel verschillende hoogtes en de vele tunnels bijna niet begrijpelijk te krijgen.

Dit heb ik ervaren, door bijna een uur lang de afslagen te nemen waarvan ik dacht dat deze op de kaart werden aangegeven.

Een taxichauffeur helpt me. Hij rijdt een deel voor me uit en kan het prima uitleggen.

Gelukt! Mijn 3e en laatste klant bereikt.

Ik krijg handtekeningen en maak mijn laatste paperassen maar op aan een ieder die merci zegt.

 

Ooievaar!

C’est possible de telephoné en Hollande ici sielvoepleet?

Dit mag nog ook.

Ik meld me met gewichtige stem bij de planning in Nl.

“Hoi Willem, met mij. Leeg in Luxemburg”.

“Best gelopen Man” een vertrouwde stem.

“Rustig aan naar huis, ik begrijp dat het best wel sneeuwt bij je”.

“Kom er aan, goed weekend”.

 

Tsja, en toen terug…

 

Sneeuw, sneeuw en nog meer sneeuw!

Om het half uur aan de kant om de koplampen, spiegels en achterlichten sneeuwvrij te maken.

Ik ben moe, koud en het helemaal zat.

De motor loopt niet zoals het hoort en probeer ik te bedenken wat er aan de hand kan zijn.

BAM, een sneeuwduin welke ik niet tijdig heb gezien, de glijpartij begint met de lege bestelwagen met opbouwbak en zonder laadklep.

Een bord met een pijl, ik glij er langs en eindig op een vlak stuk straat voor een Depannage.

Na mijn vragen binnen wat er aan de hand kan zijn ziet waarschijnlijk een monteur de wanhoop op mijn gezicht. Hij loopt mee.

Starten, gas geven, bedenkelijk kijken bij het duidelijk hoorbaar smoren van de motor.

Na het roepen van “Ohlala”en iets met “filtre de gasoline” lijkt dit een echte vakman.

Voor ik weet wat er gebeurd is mijn brandstoffilter verwijderd en wordt deze schoongemaakt, luchtpistool en doekjes geven veel troep op de doek welke uitgespreid op de garagevloer ligt.

Het bijna schone filter wordt weer gemonteerd en de motor ontluchten we samen. Dat kan ik wel!

De monteur wil niet van betaling weten en wenst me een “Bonn Vwojage”.

“Merci toe joe toe en de ballen” denk ik en geef gas.

Zowaar! De motor geeft weer het vertrouwde geluid en glij en slip ik weer door de Ardennen heen. Wat een gaaf avontuur! Ik heb vanavond wel wat te vertellen in de kroeg!

Not.

De weg door de Ardennen naar Luik is afgesloten en moet ik via Brussel.

Op de ring Brussel merk ik dat het vermogen van de motor weer achteruit loopt en de eerdere symptomen weer herkenbaar zijn.

Ik bikkel, ik ga door!

Ah, de tunnel voor Antwerpen. Ah, de ring van Antwerpen.

Ineens besef ik dat vrachtwagens me inhalen met een best wel snelheidsverschil…

Ik rij met het gas op de plank 70 km per uur!

 

Een stofwolk komt voorbij en blijft vóór me hangen… dan gaan de alarmlichten aan en schuift deze trekker trailer combi langzaam naar de vluchtstrook. Ik zie een arm uit het raam gebaren dat ik mee moet…

We staan stil. Chauffeur Kees van “ons” bedrijf herkende me en is gestopt!

Ik kan hem wel zoenen!

“Ok, luister. We rijden nu door naar Joost aan de grens, eerder stoppen we niet.

Ik ga achter je rijden, ik ben beter zichtbaar voor het andere verkeer”.

 

Zo gezegd en gedaan.

Na een warme maaltijd sta ik te tollen op mijn benen van de slaap en mag ik bij Kees in de trekker op het extra bed.

Opmerkingen over dat de standkachel kapot is en de motor moet blijven lopen als verwarming komen al niet meer aan.

Na een dag van 03:30 tot 23:30 uur ben ik heerlijk van de wereld!

 

De volgende ochtend, op zaterdag, komen we aan bij het bedrijf in Alphen.

Pfff… thuis…

De baas luistert geamuseerd naar mijn verhaal, zegt dat hij trots op me is en stopt me 50 gulden in de hand.

 

De auto zetten we samen in de garage, boven de put. Maandag kijken we hiernaar.

Ohja, 2 maanden later komt iemand me vragen hoe ik alle grenzen heb gedaan.

Documenten blijken niet te zijn “aangezuiverd” en zo…

 

Wat een avontuur, maar super!!!